Zo ontdek je welke isolatie er aanwezig is
Als je je huis verder wil isoleren, is het van belang om te weten wat er al aanwezig is. Het bouwjaar van het huis geeft een goede indicatie van wat er oorspronkelijk aangebracht is. Zo zit er bij huizen uit de jaren 80 meestal ongeveer vijf centimeter aan isolatie in de muur. Huizen van voor 1975 zijn in het algemeen tijdens de bouw niet geïsoleerd. Maar bij oudere huizen zijn er vaak al maatregelen genomen door eerdere bewoners. Hoe kun je erachter komen wat de huidige situatie is als zij geen informatie achter gelaten hebben?
Muurisolatie herkennen
Huizen van voor 1930 hebben vaak nog geen spouwmuren maar steensmuren. Die zijn te herkennen aan het metselwerkverband waarbij per laag afwisselend de kopse kanten en de lange kanten zichtbaar zijn. Ook kun je de muren herkennen aan de dikte van de gevel (iets meer dan 20 centimeter). Muren zonder spouw kunnen alleen aan de buitenkant of aan de binnenkant geïsoleerd zijn. Als je aan de buitenkant de bakstenen kunt zien en er aan de binnenkant geen voorzetwand is aangebracht, is de gevel niet geïsoleerd.
Spouwmuurisolatie kun je herkennen aan het patroon van boorgaten op de gevel en de aanwezigheid van (meestal plastic) ventilatieroosters voor de ventilatie van de kruipruimte. De dikte van een geïsoleerde spouwmuur is de totale dikte van de gevel min 20 centimeter.
Bij níet geïsoleerde spouwmuren zijn er vaak open stootvoegen voor de kruipruimte-ventilatie aanwezig. Hier kun je de breedte van de spouw met een spaak of duimstok opmeten, van de achterkant van de spouw tot de voorkant van de gevel. Als je dan de dikte van het buitenblad (10 centimeter) van de gemeten breedte aftrekt, blijft de spouwbreedte over.
Daken
Een niet geïsoleerd dak is dun en vaak zijn de balken en het dakbeschot zichtbaar. Als het dak dikker is, kun je soms bij niet afgedichte openingen rond afzuigbuizen zien of er isolatiemateriaal in het dak zit. Ook als er onder een dakpan een folie zichtbaar is, is dat meestal een teken dat er isolatie aangebracht is. Een specialist kan de situatie beter in kaart brengen en opties geven voor verdere isolatie waarbij geen vochtproblemen ontstaan.
Vloer
Vloerisolatie is eenvoudig te ontdekken vanuit de kruipruimte. Als de onderzijde van de vloer voorzien is van materialen zoals piepschuim, kun je met een ijzerdraadje de dikte meten. Als er al luchtzakken aangebracht zijn, kun je verder niets meer toevoegen. Op de bodem kan mogelijk een folie liggen tegen vocht of korrels of schelpen wanneer er te weinig plek was voor isolatie onder de vloer. Ook in dat geval is er geen ruimte meer voor verbetering.
Glas
Enkel glas en driedubbel glas zijn eenvoudig te herkennen aan het aantal glasplaten in het kozijn. Oud dubbel glas en HR++-glas zien er op het oog hetzelfde uit. Om te controleren met welk glas je te maken hebt, kun je op zoek naar de code die je vindt op de aluminium strip die tussen de glasplaten zit. Als er geen HR of HR++ bedrukt staat, is het vaak oud dubbel glas. Zoek de code eventueel online op ter controle. Als je een aansteker voor het glas houdt en schuin in het glas kijkt, zie je vier vlammetjes. Als ze allen dezelfde kleur hebben, wijst dit op dubbel glas, terwijl er bij HR-glas kleurverschil te zien zal zijn.